Waar komt jouw fascinatie voor vastgoed vandaan?

‘Als klein jongetje vond ik bijzondere bouwwerken al indrukwekkend. Ik weet nog goed dat ik op een dag Rotterdam Centraal uitliep en het gebouw Delftse Poort zag, met een enorm billboard van Edgar Davids erop. En tijdens mijn jeugd zag ik steeds meer bedrijventerreinen verschijnen in het landschap. Hoe zit dat, waarom staan die gebouwen hier, wat wordt hier allemaal gemaakt, wie is de eigenaar? Het verhaal achter die gebouwen fascineerde mij enorm.’

Je ging van een multinational naar een gemeente, van de Zuidas naar de Kop van Zuid. Een bewuste keuze?

‘Ja. Na vijf jaar merkte ik dat alleen het commerciële aspect van grote vastgoeddeals niet langer bevredigend was. Je gaat kijken naar je eigen leefomgeving, ziet oude wijken plaatsmaken voor groots opgezette nieuwbouwplannen. Soms is dat goed, soms niet. Niemand wil zich omringen met enkel door rendement gedreven blokkendozen; ik wil dat mijn werk bijdraagt aan een fijne leefomgeving maar ook vanuit financieel perspectief goed is voor een stad.

Ik had voor mezelf helder wat ik wilde: mooie projecten doen bij een grote gemeente met een duidelijke visie op wonen en commercieel vastgoed. Het maatschappelijke aspect van een stad koppelen aan commercieel en financieel uitdagende projecten. Dan kom je al snel in Rotterdam uit. Daarnaast zocht ik bewust een diversere werkomgeving, omdat ik weet dat daar betere resultaten uit voortkomen. In de traditionele zakenwereld waar ik onderdeel van was, waren het toch vaak 25 witte mannen in een blauw pak met wit overhemd.’

Wat heeft Rotterdam dat andere werkgevers niet hebben?

‘Er is in mijn ogen maar één stad in Nederland met zulke grote en fascinerende vastgoedplannen. Het is de combinatie van industrieel erfgoed met grote, moderne projecten. Daarbij is er een heldere visie, die is gericht op de transitie van de gehele stad. Dus niet alleen de traditionele rijke buurten, maar juist ook gebieden waar het sociaaleconomisch minder ging. Dat heeft al geleid tot een hogere woningproductie, maar ook mooie kwalitatieve projecten zoals Feyenoord City en de Tweebos Buurt waaraan ik zelf momenteel werk.

Zo’n project als Feyenoord City is natuurlijk een once in a lifetime opportunity. Dan heb ik het niet alleen over de impact op de club Feyenoord, maar over het hele gebied eromheen, met woningen, winkels en leisure activiteiten. Op dit dossier werk ik in een tandem met een collega markt- en contractspecialist. Ik vanuit een meer financiële/commerciële rol, hij vanuit een juridische rol. We vullen elkaar goed aan en leren ook veel van elkaar.’

Kun je behalve de stad ook jezelf een beetje ontwikkelen bij de gemeente Rotterdam?

‘Ik ben acht maanden geleden gestart in een medior rol en heb meteen mijn ambities uitgesproken. Het management heeft dat opgepikt en me al na vijf maanden de leiding gegeven over een gebiedsteam in Rotterdam Zuid. Als je talent hebt en je durft het te tonen, dan biedt Rotterdam alle ruimte om jezelf te ontplooien. Wat ik bovendien sterk vind is dat deze werkgever goed kijkt en luistert naar haar mensen. Tijdens mijn sollicitatie gaf ik bijvoorbeeld aan dat ik niet alleen recruiters wilde spreken maar ook mensen met wie ik zou gaan samenwerken. Dat was geen enkel probleem. Ook de onboarding was goed geregeld; ik kreeg de tijd om literatuur door te nemen en collega’s van diverse afdelingen te spreken. Ondanks dat ik veel van hen nog nooit fysiek heb ontmoet, heb ik toch een goede band met ze opgebouwd. Tot nu toe is Rotterdam voor mij een stad van woorden én daden – en dat bevalt uitstekend.’